Seksueel geweld: wordt het gemeld aan de huisarts?
In Nederland heeft 22% van de vrouwen en 6% van de mannen manuele, orale, vaginale of anale seks tegen de wil meegemaakt en/of was gedwongen om seksuele dingen te doen die ze niet wilden.2 Als zoenen en seksueel aanraken tegen de wil meegeteld worden, is dit percentage nog veel hoger; namelijk 53% van de vrouwen en 19% van de mannen. In de leeftijdsgroep 12-25 jaar heeft 31% van de vrouwen en 11% van de mannen ooit seksueel geweld meegemaakt, een percentage dat bij meisjes onder de 12 jaar 5% is en 2% bij de jongens. Eén op de 8 vrouwen en 1 op de 20 mannen heeft ooit in het leven geslachtsgemeenschap tegen de wil moeten ondergaan.
In tegenstelling tot de vele vrouwen en in mindere mate mannen die seksueel overschrijdend gedrag meemaken, wordt het bij huisartsen weinig gemeld. Huisartsen signaleren onvoldoende en voelen zich onbekwaam of zijn terughoudend om het trauma bespreekbaar te maken. Slachtoffers vertellen vanwege schuldgevoelens en schaamte niet over wat hun is overkomen. Huisartsen kunnen mogelijk effectiever zijn in het exploreren van negatieve seksuele ervaringen. Het is bekend dat slachtoffers van geweld in het algemeen en slachtoffers van seksueel geweld in het bijzonder frequente spreekuurbezoekers zijn.7 Frequente presentatie van moeilijk te duiden klachten zou de huisarts op het spoor kunnen zetten de patiënt te vragen naar mogelijk negatieve seksuele ervaringen. Seksueel misbruik kan langdurig verborgen blijven achter dysforie, depressie of somatisch onverklaarde klachten en moet actief doch behoedzaam geëxploreerd worden bij vermoeden van mogelijke seksueel traumatische ervaringen in het verleden.8 Ook een niet-pluisgevoel of een gevoel van onmacht om de patiënt te helpen en een seksueel overdraagbare aandoening kunnen voor de huisarts triggers zijn om de patiënt toestemming te vragen enkele vragen te stellen over recente en/of minder recente seksuele ervaringen.
Lees het hele artikel of bestel het themanummer van Bijblijven, nr. 6-7/2019 hier.